Jessica is een jongedame van 20 jaar. Zij is manisch depressief waardoor haar stemmingen erg wisselend zijn. Ze woont zelfstandig met ambulante begeleiding vanuit een PgB van 6-9 uur per week. Ondanks de begeleiding blijft het zelfstandig wonen voor haar erg moeilijk. Haar inkomen moet worden beschermd en omdat Jessica moeite heeft met het vertrouwen van anderen, is het heel belangrijk dat alle betrokkenen elkaar daarbij goed op de hoogte houden. Jessica werkt enkele uren per dag op de postkamer van een dienstverlenend bedrijf. Hier heeft zij ook een eigen vertrouwenspersoon, die erg belangrijk voor haar is.
Jessica heeft geen contact meer met haar familie, omdat zij niet kunnen omgaan met haar wisselende stemmingen en gedragingen. Dit vindt Jessica erg verdrietig. Het is zowel voor Jessica als voor haar familieleden belangrijk om hier aan te werken.
De behandelaar en de PB’er hebben Jessica duidelijk gemaakt dat mentorschap en beschermingsbewind goed voor haar zijn. Als reden voor mentorschap geeft de behandelaar aan dat hij bij goed medicatiegebruik mogelijkheden tot vooruitgang ziet. Een mentor kan hierin een duidelijke functie hebben als toezichthouder en ondersteuner van de cliënt, haar zorgverlener en de vertrouwenspersoon. Bovendien kan de mentor zorg dragen voor het stimuleren van contact met de familie.
Bij de intake neemt Jessica niet alleen haar PB’er mee maar ook de vertrouwenspersoon van haar werk. Jessica geeft duidelijk aan deze mensen allebei nodig te hebben om zich veilig te voelen. De vertrouwenspersoon, Henk, toont zich erg betrokken en wil zeker wel een rol spelen in het geheel, als hij maar weet hoe en wat.
De PB’er vertelt dat er net weer een periode van geldverkwisting is geweest waardoor er schulden ontstaan zijn. Er is een huurachterstand van twee maanden en enkele betalingsachterstanden van nutsbedrijven en telefoonabonnement. Jessica heeft samen met haar PB’er haar administratie verzameld en legt een grote tas vol papieren op tafel met de mededeling dat zij graag zelfstandigheid wil houden maar dat zij ook bescherming nodig heeft. Ik leg uit wat beschermingsbewind inhoudt: Wij regelen alle geldzaken, maar doen dat in overleg met haar. De besteding van het bedrag dat overblijft van haar inkomen, nadat de vaste lasten betaald zijn, mag zij zelf bepalen.
Als mentor zien we er met de PB’er op toe dat Jessica wel zorgt voor voldoende, gezonde voeding en dranken. Nadat de financiële situatie van Jessica in kaart gebracht is, zal duidelijk worden hoeveel ruimte Jessica overhoudt voor het dagelijks leven en leuke dingen. Het belangrijkste van het beschermingsbewind is dat er een stabiele situatie bereikt wordt waardoor Jessica zich zekerder en veiliger kan gaan voelen.
Jessica woont zelfstandig, maar er blijkt ook nog iemand anders in hetzelfde huis te wonen. Er zijn vermoedens dat deze persoon misbruik maakt van de situatie van Jessica, maar bewijzen zijn er niet. Jessica wil graag samen met iemand wonen omdat ze zich alleen onveilig voelt. Ik geef aan dit eens goed uit te zoeken en daarna samen een gesprek hierover te plannen. Als Jessica besluit mij te vragen als haar mentor, zal ik na mijn benoeming voortaan de beslissingen over de woonsituatie van Jessica nemen. Natuurlijk gebeurt dat wel in overleg met haar.
Het is voor Jessica duidelijk dat er voor haar veel verandert wanneer ze besluit beschermingsbewind en mentorschap aan te vragen. Ze wil er dan ook over nadenken en dit nog eens bespreken met Henk en met haar PB’er. Hierin heeft ze helemaal gelijk: Een beschermingsmaatregel heeft grote en langdurige gevolgen.
Na een kleine week belt Jessica ons: Ze heeft besloten dat het voor haarzelf het beste is om zowel bewind als mentorschap aan te vragen, zodat een ander samen met haar beslissingen kan nemen.
Het verzoek om beschermingsbewind en mentorschap in te stellen wordt door ons zo snel mogelijk ingediend bij de kantonrechter. De afhandeling van de aanvraag door de kantonrechter duurt echter al snel 2 tot 3 maanden.
In overleg met Jessica, haar PB’er en met Henk besluiten we direct na het indienen van de aanvraag vast aan het werk te gaan met het maken van de boedelbeschrijving en een budgetplan.
In de boedelbeschrijving maken we een overzicht van de bezittingen en schulden van Jessica, maar ook van haar inkomsten en van de vaste lasten. Wij bekijken daarnaast ook of ze voldoende verzekerd is en of ze eventueel recht heeft op kwijtscheldingen of toeslagen, die ze nog niet gebruikt. Aan de hand van dit overzicht bepalen we de ruimte die er in het budget van Jessica overblijft voor leefgeld en andere zaken.
De tas met bankafschriften, rekeningen, etc. blijkt een chaos te zijn. Voor het maken van de boedelbeschrijving en het budgetplan zullen we daarom eerst goede informatie moeten vragen bij de bank, de woningbouwvereniging, enzovoort. Dat kost tijd en daarom besluiten we in overleg met elkaar dat wij direct alle financiële zaken op ons nemen: We openen een beheerrekening waarop het inkomen voortaan gestort wordt en waarvan alle uitgaven betaald worden. Jessica krijgt de eerste periode elke week een beperkt bedrag voor haar leefgeld. Verder stuurt Jessica ons alle rekeningen die ze ontvangt. Op die manier hebben we de beste mogelijkheden om te voorkomen dat de schulden verder toenemen.
Na een paar weken is er meer duidelijkheid gekomen over de omvang van de schulden en betalingsachterstanden. We kunnen nu vast een voorstel doen aan de schuldeisers voor het wegwerken van de schulden en achterstanden. Hierbij melden we ook dat er een aanvraag loopt voor het instellen van beschermingsbewind. Dit betekent voor de schuldeisers dat er meer zekerheid is over het nakomen van het aflossingsvoorstel. Dit bevordert het vertrouwen waardoor instanties meestal akkoord gaan met ons voorstel.
Wanneer we benoemd zijn als bewindvoerder wordt er een boedelbeschrijving gemaakt voor de kantonrechter. Hierin kan nu direct al opgenomen worden welke afspraken er gemaakt zijn met de schuldeisers. Nadat ook de noodzakelijke verzekeringen geregeld zijn kunnen we een financieel plan maken voor de komende tijd tot de schulden zijn afgehandeld. Belangrijk is hierbij dat Jessica niet de moed verliest en zich gesteund voelt door haar PB’er, vertrouwenspersoon en door ons. Daarom is er over alles goed contact en houden we duidelijkheid en veiligheid. Jessica zelf is gemotiveerd en geeft aan goed haar best te willen doen. Het financieel plan is voorlopig duidelijk.
De ‘mede-huurster’, die bij Jessica inwoont blijkt alleen gebruik te maken van gratis kost en inwoning zonder dat zij enige bijdrage levert. Als mentor zorgen wij ervoor dat deze dame het huis verlaat en zoeken we samen met Jessica naar een beter alternatief. Dit wordt gevonden in de vorm van een derdejaars studente Sociaal Pedagogische Hulpverlening. De studente draagt bij in de huur en verleent tegelijk extra begeleiding voor Jessica, wat betaald wordt uit haar PgB. Nu de huurlasten voor Jessica lager worden, kunnen de schulden sneller afgelost worden.
Naast het financiële plan werken we ook aan een duidelijk zorgplan. Omdat de PB’er aangeeft geen inzicht te krijgen in de gedragsveranderingen van Jessica en zij zelf ook aangeeft dit als heel naar te ervaren, vraag ik hoelang het geleden is dat er een diagnose is gesteld en hoe het zit met haar medicatiegebruik. Jessica is nog in ontwikkeling. Daarom kan het erg zinvol zijn om opnieuw een volledig onderzoek te doen. Zeker als het laatste onderzoek al een aantal jaren geleden is. Zelf heeft zij niet zoveel zin in weer allerlei onderzoeken, maar ze belooft wel hierover na te denken.
Al met al is er voor Jessica in een paar maanden nogal veel veranderd en dus laten we eerst verdere doelstellingen achterwege en beperken we ons de komende 3 maanden tot waar we nu mee bezig zijn. Eigenlijk is dit maar één doel: Jessica laten ervaren dat er meer stabiliteit en rust is en blijft in haar situatie, ook wanneer haar gevoel en gedrag ineens weer omslaan.
Over 3 maanden wordt alles opnieuw bekeken en hopen we bijna van de schulden af te zijn.
Voor ons is het fijn om te zien hoe allen, waaronder ook Henk, erg betrokken zijn bij het welzijn van Jessica en hoe iedereen meedenkt. Dit zal vast goed zijn voor onze doelstelling van het verhogen van het vertrouwen en contact met de familie in de toekomst. We hebben nu een vast team van mensen om Jessica heen, bestaande uit de PB’er, Henk, de mede-huurster en wij.
Volgend jaar loopt de zorgindicatie van Jessica af. Het is daarom van belang om aan te sturen op een nieuw onderzoek. Op dit moment is dat geen hoofdzaak, omdat verstoring van haar huidige stabiliteit niet wenselijk is. We blijven ons er wel van bewust dat Jessica een jonge vrouw is, waarbij we duidelijk voor ogen moeten houden dat er nog ontwikkeling mogelijk is. We blijven haar dus als mentor goed observeren om zo ontwikkelingen te benutten en de zorg daarop aan te passen.